Levenscyclus van de Larven

Volwassen vrouwtjes zijn zeer vruchtbaar en kunnen tussen de 300 en 500 eitjes leggen. De eiermassa’s zijn felgeel tot oranje en zitten meestal in clusters van tien tot dertig eitjes aan de onderkant van bladeren. De larven komen na 4-9 dagen uit de eieren, afhankelijk van de omgevingstemperatuur. De larven vervellen drie opeenvolgende keren voordat ze zich verpoppen. De larven van het eerste stadium zijn zwartbruin van kleur en erg klein, ongeveer zo groot als een speldenknop. Eenmaal uitgekomen voeden de larven van het eerste stadium zich bij voorkeur met pas uitgegroeid gebladerte aan de kroon van de plant. Door hun kleine formaat is de schade minimaal. De larven van de tweede fase krijgen een diep oranje-rode kleur en de bladconsumptie verdubbelt ten opzichte van de eerste stadia. Derde en vierde stadia hebben helderrode abdomen met zwarte hoofdkapsels en poten. De zijkanten van deze stadia worden omzoomd door een rij zwarte vlekken. Het vierde stadium is vaak groter dan een erwt (~10 mm). De laatste twee larvenstadia eten steeds meer blad en veroorzaken de meeste economische schade aan nachtschadegewassen. Na het doorlopen van vier stadia in 2-3 weken keren de larven terug naar de grond om te verpoppen. Binnen 10-14 dagen komt de tweede generatie volwassen kevers tevoorschijn. Bij een optimale temperatuur van 28 graden kan de Coloradokever in 21 dagen de ontwikkeling van ei tot volwassen kever overgaan. Onder minder gunstige omstandigheden kan deze ontwikkeling 6 tot 7 weken duren.

Volwassen kevers die na half augustus tevoorschijn komen, voeden zich meestal een paar dagen en graven zich dan weer de grond in of vliegen naar de bosranden om in diapauze te gaan voor de winter.